Algemeen
Bereidingstijd: 30-60 minuten
Maaltijdgang: Hoofdgerecht / Hoofdgerecht
Soort keuken: Surinaamse keuken
Techniek:
Aantal personen:
Ingredienten: Marinade:
een half kopje ketjap manis, 2 tl. sambal Badjak, 1 el. gemberstroop, 1 fijngesneden ui, 2 tenen knoflook, snufje zout en peper
Kipsate:
1 pond kipfilet, satestokjes
Satesaus:
een half potje pindakaas, 1 teen knoflook, halve tl. sambal Badjak, een handje gezouten pindas, half kopje melk, half kopje water
Nasi:
250 gr. wilde rijst, 3 tenen knoflook, 1 paprika, 1 prei, 1 grote ui, 2 pepers, 1 tl. sambal Badjak, 1 ha
Voorbereiding: Marineer de in blokjes gesneden kipfilet vooraf in de ketjap, knoflook, sambal, gemberstroop, een uitje, zout en peper.
Bereidingswijze: Rijg de kipfilet aan spiesjes, bak deze snel rondom bruin en laat ze vervolgens in een hete oven garen.
Gebruik de resterende marinade voor de fijngesneden hamlapjes.
Smeer het vlees daarna dunnetjes in met sambal, braadt het vervolgens aan en voeg daarbij blokjes paprika, ui, prei en pepertjes.
Kook ondertussen de wilde rijst.
Voeg de rijst en de gebakken groente- en hamblokjes samen en bak het mengsel snel knapperig in een koekenpan. Voeg op het laatst eventueel een handje tauge, een gebakken eitje of een roereitje toe.
Maak tot slot de satesaus van een paar flinke lepels pindakaas, een teentje knoflook, sambal, water en melk en een handje gezouten pindas.
Strooi nog wat gebakken uiensnippers over het gerecht en het bordje kan geserveerd worden.
|
|