|  | 
        
     Ikan Pangang.  | Algemeen Bereidingstijd: 20-30 minuten
 Maaltijdgang: Hoofdgerecht /
 Soort keuken: Aziatische keuken
 Techniek:
 Aantal personen: 4 personen
 
 Ingredienten:
 4 kleine vissen (bijvoorbeeld makrelen), of vier moten vis
 4 teentjes knoflook, ragfijn gehakt
 6 theelepels palmsuiker of bruine suiker
 2 verse rode pepers, van zaad en zaadlijsten ontdaan of een schepje sambal
 1 kop sojasaus, bij voorkeur Japanse (zout)
 6 theelepels citroensap
 ? theelepel gemberpoeder of een stukje verse gember (djahe)
 1 spriet sereh (citroengras) of 1 theelepel poeder
 Verse bananenbladeren (of aluminiumfolie)
 2 cit
 
 Voorbereiding:
 
 
 Bereidingswijze:
 Vraag de visboer de vissen te willen schoonmaken.
 Maak ze met een stuk keukenpapier zowel aan de binnenzijde
 als aan de buitenkant goed droog.
 Bestrooi de vis daarna met wat zout.
 Stamp suiker en knoflook goed door elkaar.
 Voeg er daarna fijngehakte pepers, sojasaus,
 citroensap, gemberpoeder en het fijngemalen citroengras aan toe.
 Meng alles goed door elkaar. Leg de vissen in een kom
 en schenk de saus erover.
 Laat de vis een half uurtje in de marinade liggen.
 Keer hem van tijd tot tijd om.
 Leg vier dubbelgevouwen velletjes folie of de bananenbladeren
 op aanrecht of werkplank uit.
 Leg de vissen erop en schenk op iedere vis
 een eetlepel marinade.
 Verdeel de plakjes citroen over de vis en vouw
 daarna de folie of de bladeren er omheen.
 Leg de pakjes tien minuten onder een hete grill of op de barbecue.
 Keer ze na die tijd om en laat ze nog acht a tien
 minuten aan de andere zijde roosteren.
 In de oven kunnen we ze 20 minuten laten liggen op 175 graden.
 Verwarm de overgebleven marinade in een pannetje
 en dien ze apart bij de vis op.
 Geef er rijst en samballans bij.
 Samballans zijn gerechtjes als sambal goreng boontjes
 of sambal goreng telor.
 
 
 |  | 
 |